Een Tag koppelen of ontkoppelen

Als je Trackting SMART V.2 hebt (zie hieronder), kun je zelf een Tag aan je Tracker toevoegen of verwijderen.

Zo voeg je een Tag toe of verwijder je hem
Open je Tag met een schroevendraaier en houd hem voor je.
Zet de Tracker in de “Service” modus: om dit te doen, moet je de “Trackting” App starten.
Selecteer in de lijst “Voertuig” de gewenste Tracker en selecteer vervolgens “Ok” in het veld “Tag toevoegen/verwijderen”.

Volg nu de instructies van de App:
1. laad de Tracker op met zijn USB-kabel
2. de LED knippert eenmaal per seconde rood
3. wacht tot de flits dubbel wordt (zoals een hartslag)
4. tik herhaaldelijk op het apparaat totdat de rode en groene LED’s afwisselend knipperen
5. selecteer “Ok” rechtsboven in de app.

EEN NIEUWE TAG TOEVOEGEN (KOPPELEN)
Klik in de Tag gedurende 3 seconden op de knop totdat je het groene LED-lampje ziet branden. In de Tag begint het groene lampje te knipperen. Nu vertelt de App je dat het koppelingsproces is begonnen: selecteer “Ok” in het dialoogvenster.
Eenmaal klaar zie je de groene LED nog 5 seconden branden, waarna de App bevestigt dat de Tag correct is gekoppeld.
Nu kun je de App afsluiten door “Sluiten” te selecteren.
Als de groene en rode LED’s afwisselend knipperen, herhaal dan het proces.

EEN TAG VERWIJDEREN (ONTKOPPELEN)
Klik in de Tag minstens 10 seconden op de knop totdat de rode en groene LED’s afwisselend knipperen.
In de Tag blijft de rode LED knipperen. Nu vertelt de app je dat het ontkoppelingsproces is begonnen: selecteer “Ok” in het dialoogvenster.
Als je klaar bent, zie je de groene LED nog 5 seconden branden, daarna bevestigt de App dat de Tag correct is verwijderd.
Nu kun je de App afsluiten door “Sluiten” te selecteren.
Als de groene en rode LED’s afwisselend knipperen, herhaal je het proces.